Op ongeveer mijn 22e liep ik de trap op naar de ruimte, waar bijeenkomsten werden gegeven voor vrouwen met vaginisme. Onder leiding van een seksuoloog. We zaten in een kring. We waren allemaal stil. Volgens mij wilde geen van ons hier zijn. Waarschijnlijk hadden ze hetzelfde verhaal gehoord als ik. Individueel gesprekken deden ze niet meer. Dit was de weg die ze aanboden. Echt, het zou gaan helpen.
Nou, dat moest ik nog zien.
Ik ging natuurlijk niet praten met andere vrouwen over mijn probleem.
Ik schaamde me enorm.
Het was al heel wat dat ik naar de seksuoloog was gegaan.
We kregen uitleg over verschillende onderwerpen. Tijdens de bijeenkomsten was geen van de vrouwen spraakzaam. We gaven kort antwoord op de vragen die er gesteld werden.
Heb ik veel geleerd? A ch, het is lang geleden. Vast wel iets.
Ik was wel verrast. Over hoe deze vrouwen eruit zagen. Welke studie ze volgden of baan ze hadden. Dit paste niet in het plaatje wat ik onbewust gemaakt had van een vrouw met vaginisme.
'Een mislukte, geen echte vrouw.'
Maar als die andere vrouwen dat niet waren, zou ik dat misschien ook niet zijn dan?
Een belangrijke stap. Ja, de bijeenkomsten hadden me wel geholpen. Niet dat ik daarna gemeenschap kon hebben. Maar mijn beeld van mijzelf was wel wat veranderd.
Wie had ooit kunnen denken dat ik, de vrouw die daar toen zo angstig in de groep zat en absoluut niets persoonlijk wilde delen, sinds 2006 zo open zou zijn in de media over dit kwetsbare onderwerp.